Actiemechanisme van antibiotica
Laat een bericht achter
Er zijn vier hoofdmechanismen voor het bacteriedodende effect van antibiotica, namelijk remming van bacteriële celwandsynthese, interactie met celmembraan, interferentie met eiwitsynthese en remming van nucleïnezuurreplicatie en transcriptie. [6]
Remming van celwandsynthese
De celwand van bacteriën bestaat voornamelijk uit polysacchariden, eiwitten en lipiden, die belangrijke functies hebben bij het handhaven van de morfologie en het weerstaan van osmotische drukveranderingen. [12] Daarom zal remming van celwandsynthese leiden tot bacteriële celruptuur en dood; Zoogdiercellen hebben geen celwand, dus ze worden niet beïnvloed door deze medicijnen. Dit effect hangt af van een eiwit van de bacteriële celwand, meestal penicillinebindende eiwitten (PBP's) genoemd. Lactam-antibiotica kunnen zich aan dit eiwit binden om de synthese van de celwand te remmen, dus PBP's zijn ook het doelwit van dergelijke geneesmiddelen. Antibacteriële geneesmiddelen die op deze manier werken, zijn onder meer penicillines en cefalosporines, maar frequent gebruik zal leiden tot een verhoogde resistentie van bacteriën tegen geneesmiddelen. [6]
Interactie met celmembraan
Sommige antibiotica werken samen met het celmembraan om de doorlaatbaarheid van het membraan te beïnvloeden, waardoor zoutionen, eiwitten, nucleïnezuren, aminozuren en andere belangrijke stoffen in de bacteriën lekken, wat een dodelijk effect heeft op cellen. Er zijn echter enkele overeenkomsten tussen de basisstructuur van een bacterieel celmembraan en die van een menselijk celmembraan, dus dit soort antibiotica heeft een bepaalde toxiciteit voor de mens. Antibiotica die op deze manier werken zijn polymyxine en brevibacterium. [6]
Interfereren met eiwitsynthese
Interferentie met eiwitsynthese betekent dat enzymen die nodig zijn voor celoverleving niet kunnen worden gesynthetiseerd. Antibiotica die op deze manier werken, omvatten fomycine (actinomycinen), aminoglycosiden, tetracyclines en chlooramfenicol. Het eiwit wordt gesynthetiseerd op het ribosoom, dat bestaat uit 50S- en 30S-subeenheden. Onder hen werken aminoglycosiden en tetracyclines op de 30S-subeenheid, terwijl chlooramfenicol, macroliden en lincomycine voornamelijk op de 50S-subeenheid werken, waardoor de initiatie, peptideketenverlenging en beëindiging van eiwitsynthese worden geremd. [6]
Remming van nucleïnezuurreplicatie en transcriptie
Het remmen van de transcriptie en replicatie van nucleïnezuur kan de functie van bacterieel nucleïnezuur remmen, waardoor celdeling en/of de synthese van vereiste enzymen wordt voorkomen. Antibiotica die op deze manier werken, zijn onder meer nafthyrinezuur en dichlooracridine, rifampicine